De Verenigde Staten is algemeen bekend als het land van de onbegrensde mogelijkheden. Met haar enorme diversiteit in landschappen en culturen is er voor ieder wel wat wils. Al eeuwen lang trekken mensen van over de hele wereld naar Amerika om daar hun droom te verwezenlijken. Dit zorgt ervoor dat mensen vrijheid hoog in het vaandel hebben, en dat ambitie geprezen wordt.
Ook vele Nederlandse agrariërs maakten succesvol de stap naar dit enorme land. Echter bestaan er op sociaal, cultureel en agrarisch niveau ook verschillen tussen beide landen.
Verenigde Staten: Het land van de onbegrensde mogelijkheden, ook in de agrarische sector.
Lees meer
De agrarische sector in de Verenigde Staten is zeer divers. Door de enorme omvang van het land is er een gevarieerd klimaat, waardoor er veel agrarische zones bestaan. Van het oosten naar het westen gezien wordt het steeds droger, en van het noorden naar het zuiden gezien wordt het steeds warmer. Echter sluit dit niks uit: zowel veeteelt als akkerbouw wordt in alle 50 staten bedreven, en zijn landelijk gezien beide zeer volwassen markten.
De agricultuur in de Verenigde Staten is net als in Nederland vergaand gemechaniseerd. Het land telt anno 2020 zo’n 2 miljoen boerderijen, terwijl er slechts 2,5 miljoen Amerikanen boer van beroep zijn. Naast eigenaar is de boer dus ook vaak de voornaamste werknemer en beslissingsmaker. Verreweg de meeste van de Amerikaanse boerderijen zijn familiebedrijven. Echter zijn er ook een aantal megabedrijven met een omvang die we in Nederland niet kennen.
Boeren kennen in de Verenigde Staten over het algemeen een goed bestaan. Het inkomen van een Amerikaanse boer ligt hoger dan het landelijke gemiddelde.
In de Verenigde Staten zijn er 2 gebieden die met kop en schouders boven de rest uitsteken op het gebied van melkproductie: de staten Wisconsin en California.
Echter is er in de praktijk een groot verschil tussen deze twee staten. De gemiddelde zuivelboerderij in California is met een aantal honderd koeien een stuk groter dan in Wisconsin, waar het gemiddelde tussen de 50 en 150 koeien ligt. Daarnaast moet California door het drogere klimaat meer leunen op irrigatie dan het nattere Wisconsin, wat van nature een geschikter klimaat heeft voor de melkveehouderij. Ook is kwaliteitsvoer in Wisconsin over het algemeen beter beschikbaar, doordat het omliggende gebied daarin rechtstreeks kan voorzien. Nederlandse boeren en de Nederlandse zuivelindustrie hebben over het algemeen een goede naam in de Verenigde Staten.
De belangrijkste factor van het Amerikaanse zuivelbeleid is dat er geen quotumsysteem aanwezig is. Hierin verschilt het land sterk met Nederland. Echter maakt dit het Amerikaanse boerenbestaan niet persé simpeler: er bestaat regelgeving op veel verschillende niveaus, waardoor het soms een complex geheel kan worden.
De Verenigde Staten is al sinds jaar en dag ’s werelds grootste exporteur van akkerbouwproducten. De voornaamste gewassen van het land zijn mais, sojabonen en tarwe. Amerikaanse akkerbouwbedrijven kunnen getypeerd worden als middelgrote en grote bedrijven met een hoge mate van mechanisatie.
De grootste producenten van deze gewassen zijn de staten Iowa, Illinois, Minnesota en Nebraska. Deze staten bevinden zich allen in een gebied genaamd The Midwest, welke zich in het midden-noorden van de Verenigde Staten bevindt. Ook het eerder genoemde Wisconsin bevindt zich in deze regio.
Echter vindt akkerbouw plaats in heel het land. Door de grote diversiteit aan klimatologische zones, is er ruimte voor bijna alle denkbare gewassen.
Zoals eerder gezegd hechten Amerikanen veel waarde aan vrijheid en ambitie. Dit maakt Amerika echter ook stuk individualistischer dan Nederland. Dit komt tot uiting in bijvoorbeeld het sociale vangnet, wat minder sterk is dan in Nederland. In Amerika is het niet altijd vanzelfsprekend dat je een inkomen krijgt wanneer je zonder werk komt te zitten of arbeidsongeschikt raakt. Het is dus belangrijk om de juiste verzekeringen te hebben, en je goed van je rechten bewust te zijn.
Veel sociale voorzieningen verschillen van staat tot staat. Ook zijn verzekeringen vaak niet collectief geregeld, maar ben je zelf verantwoordelijk voor het afsluiten hiervan. De kosten hiervan kunnen soms flink oplopen, waardoor 20% van de Amerikanen bijvoorbeeld helemaal geen ziektekostenverzekering heeft. Iets wat in Nederland moeilijk voor te stellen is.
Het basis- en middelbare onderwijs worden wel door de overheid gefinancierd. Het hogere onderwijs in de Verenigde Staten wordt in tegenstelling tot Nederland niet gefinancierd, maar er zijn wel mogelijkheden om te lenen. Ook zijn er vaak studiebeurzen te behalen waarmee de financiële last van het studeren verminderd kan worden.
Echter zijn er in Amerika vaak vele manieren om iets te bereiken. Ben je hierin succesvol, dan pluk je hier vaak ook zelf de vruchten van. Als je je zaken goed geregeld hebt en je bent in goede gezondheid, dan ligt het plafond in de Verenigde Staten absoluut hoger dan in Nederland. Ook als agrarisch ondernemer.